“Goede voorlichting van huisarts draagt bij aan zelfredzaamheid”
5 juli 2019
door Anne-Marie Huikeshoven
Goede communicatie op de huisartspost (hap) over kinderen met koorts, leidt tot minder recepten voor antibiotica en andere medicijnen. Eenmaal goed geïnformeerd, geven ouders aan een volgende keer ook minder snel naar de hap te gaan wanneer hun kind koorts heeft. Dit blijkt uit onderzoek van huisarts en postdoc onderzoeker Eefje de Bont, die er de NHG-Wetenschapsprijs 2019 mee won en de Telesphorusprijs, de tweejaarlijkse prijs voor het beste door een huisarts geschreven proefschrift.
Het onderzoeksonderwerp deed zich in haar eigen praktijk aan. “Op de huisartsenpost merkten mijn collega’s en ik dat we heel veel kinderen met infecties en koorts zagen, maar dat daarvan maar heel weinig echt ernstig ziek waren. Het was vooral een gevoel, bewijs was er niet. Om te zien of het er echt zo veel waren, zijn we het in kaart gaan brengen. Het aantal kinderen met koorts, wat er mee gebeurt, hoeveel we terugzien wegens dezelfde ziekte en hoeveel er antibiotica krijgen. Het bleek inderdaad enorm te zijn.”
Naar aanleiding van de eerste bevindingen deed Eefje de Bont uitgebreid onderzoek onder huisartsenposten en ouders: ruim 3500 huisartsen includeerden meer dan 25 duizend kinderen. “Zowel ouders als huisartsen gaven aan dat het belangrijkste knelpunt in de communicatie ligt. Ouders hebben vooral behoefte aan geruststelling in de vorm van een lichamelijk onderzoek en het vangnetadvies: wat moet ik doen als mijn kind koorts heeft, waar moet ik op letten en wanneer moet ik contact opnemen met de huisarts? Huisartsen op hun beurt vonden het uitdagend om voorlichting te geven, met name omdat het om zoveel kinderen gaat en omdat de druk op de hap vaak hoog is.”
Minder antibiotica
Met deze kennis in het achterhoofd ontwikkelden de onderzoekers een praktisch boekje dat gerichte adviezen geeft over kinderen met koorts. De adviezen komen overeen met die van Thuisarts.nl en bevatten ook zelfzorgadvies. De informatie wordt echter interactiever gebracht via een stoplichtsysteem zodat de huisarts kan aangeven wat voor dat specifieke kind op dat moment nodig is. Op tien huisartsenposten konden huisartsen het boekje ‘Mijn kind heeft koorts’ uitreiken, in tien controle-haps was die mogelijkheid er niet. In de interventiegroep kreeg bijna 1 op de 3 ouders van kinderen met koorts het boekje uitgereikt. Telefonische interviews bij een representatieve steekproef lieten zien dat de ouders die het boekje kregen minder geneigd waren de hap nog eens te consulteren bij vergelijkbare, toekomstige klachten. “Ook werden voor die groep significant minder recepten uitgeschreven voor antibiotica”, vertelt Eefje de Bont. “Artsen schreven ook in veel minder gevallen OTC-medicatie voor zoals xylomethazoline (neusdruppels) en ibuprofen.” Vrij verkrijgbare medicatie kan wel geadviseerd worden, maar voorschrijven is vanwege de hogere kosten voor de patiënt niet zinvol, vindt De Bont. Toch begrijpt ze wel waarom het soms gebeurt: “Huisartsen willen graag actief iets doen als een kind ziek is. En dan wordt er nog wel eens recept uitgeschreven voor middelen die gewoon vrij verkrijgbaar zijn. Uit ons onderzoek blijkt dat zelfzorgadvies, uitleg en wat extra aandacht een recept soms kan vervangen.”
Preventie
De onderzoekers denken dat het boekje ook goed preventief kan werken. “Je wilt eigenlijk dat huisartsen en ouders al over de informatie beschikken voordat het kind koorts krijgt. Dan kun je ook onnodig bezoek aan de hap of huisartsenpraktijk mogelijk voorkomen.” De onderzoekers hebben het boekje als proef daarom ook onder medewerkers van kinderdagverblijven verspreid en hen een scholing gegeven. “Je ziet dat die medewerkers ouders minder snel advies geven om met hun kind langs de huisarts te gaan wanneer het koorts heeft.”
Breed verspreiden
ZonMw heeft inmiddels subsidie toegekend om het boekje breder te verspreiden. Zo zal het digitaal worden aangeboden op Thuisarts.nl en wordt het herdrukt zodat huisartsenpraktijken en haps het kunnen bestellen. Eefje de Bont denkt dat de ontwikkelde methode ook voor andere aandoeningen gebruikt kan worden. “Voorlichting zelf is natuurlijk niet nieuw. We moeten dit als huisarts echter juist bij relatief eenvoudige aandoeningen echter toch nog actiever en op maat bespreken met patiënten. Niet alleen bij kinderen, maar ook in het geval van volwassen en andere aandoeningen. Ik denk dan bijvoorbeeld aan huidklachten, urineweginfecties, infectieziekten en bijkomende klachten zoals buikpijn en diarree. Klachten die vaak heel erg meevallen, maar waar de patiënt zich ongerust over maakt omdat hij of zij de kennis niet heeft. Door patienten ook daarbij van informatie te voorzien, maakt hen bij herhaling van dezelfde klachten zelfredzamer.”
09-09-2024
Het consumentenprogramma Radar publiceert artikel over prijsverschillen[...]
22-07-2024
Nieuw onderzoek toont aan dat neussprays een waardevolle rol kunnen spelen[...]