Geen geld voor onderzoek naar alledaagse kwalen

In de Volkskrant een artikel over onderzoek van UMC’s die vaak niet aansluiten op de praktijk. De meest voorkomende kwalen worden het minst onderzocht. Alledaagse aandoeningen zoals wratten, oogontstekingen en hoofdpijn kosten huisartsen 80 procent van hun tijd. Huisarts Joost Zaat: “Vertel mij nu eens wat de effectiefste manier is om mensen te laten stoppen met roken?” Patiënten geven vaak aan te willen weten wanneer iets over is, maar daarop moeten artsen het antwoord vaak schuldig blijven.

Neprofarm merkt in dit kader graag het volgende op: uit recent consumentenonderzoek blijkt dat men bij een kwart van de huisartsbezoeken gerustgesteld wil worden en zekerheid wil krijgen over de klacht. De huisarts gaf echter maar aan een vijfde van deze mensen met een eenvoudige klacht een zelfzorgadvies en bij 10 procent adviseerde hij even af te wachten. Aan maar liefst 46% van de mensen schreef hij een recept voor. Bijvoorbeeld: een vijfde van de patiënten die voor hoestklachten een afspraak bij de huisarts hadden gemaakt, gaf aan dat ze vooral gerustgesteld wilden worden over hun klacht. Desondanks ging twee derde van hen met een recept naar huis.

Als de huisarts hen meer vertrouwen geeft en uitlegt wat ze zelf aan hun klacht kunnen doen, zullen ze in de toekomst bij dergelijke klachten niet meer zo snel naar de huisarts gaan en kan de arts tijd besteden aan patiënten die zijn zorg meer nodig hebben. De huisarts speelt immers een belangrijke rol in het ondersteunen van de patiënt om de regie te nemen over zijn eigen gezondheid. Zolang een huisarts blijft voorschrijven, blijft de patiënt naar de huisarts gaan voor simpele klachten.

Bron: Volkskrant