De app die een pijnstiller adviseert

Apeldoornse huisartsen ontwikkelden twee jaar geleden een app voor mensen die twijfelen over een doktersbezoek. In sommige gevallen is het advies om een pijnstiller te slikken in plaats van de dokter te bezoeken.

“Twijfel over een bezoek aan de huisartsenpost komt heel veel voor. Uit onderzoek van huisarts en onderzoeker Paul Giesen blijkt dat maar liefst veertig procent van de mensen met gezondheidsvragen hieraan twijfelt.”

Aan het woord is Gert Jo van Doornik, directeur van de Huisartsenpost Apeldoorn en de bedenker van Moetiknaardedokter. De Apeldoornse huisartsen zelf hebben de app verder ontwikkeld. Via deze tool kunnen mensen vragen stellen over de noodzaak van een bezoek aan de huisartsenpost of de huisarts. Deze vernieuwing past in de trend dat mensen steeds meer online informatie kunnen vinden over hun eigen gezondheid. Zoals de website Zelfzorg.nl, die mensen informeert over veelvoorkomende, eenvoudige gezondheidsklachten en opties biedt voor het verhelpen ervan.

Vraagstuk van overconsumptie

De Apeldoornse huisartsen hadden behoefte aan het hulpmiddel, omdat er veel mensen onterecht van de spoedhulp gebruikmaakten. “Als zo veel mensen twijfelen om naar de huisartsenpost te gaan, dan is een hulpmiddel daarbij op zijn plaats”, zegt Van Doornik. “Huisartsenposten willen niet elke patiënt. Zij zijn er voor mensen die zorg nodig hebben die niet kan wachten tot de volgende dag.”

Het vraagstuk van overconsumptie door patiënten speelt ook bij huisartsen. Daarom geeft de app ook antwoord op de vraag of een bezoek aan de huisarts noodzakelijk is. In sommige gevallen volgt het advies om een pijnstiller te nemen in plaats van een dokter te bezoeken. Met als extra advies naar de dokter te gaan als de klacht aanhoudt. “Maar het omgekeerde komt ook voor”, zegt Van Doornik. “Binnenkort start een onderzoek dat uitwijst of mensen door de app minder of juist vaker naar de huisarts gaan.”

Geautomatiseerd advies

Huisartsen zijn nog terughoudend om hun patiënten te wijzen op de app, signaleert Van Doornik. “Zij willen zorg bieden en geen patiënten uitsluiten. Daarnaast is er soms wantrouwen bij huisartsen over geautomatiseerd advies. Alleen al het idee de app zegt dat je niet naar de dokter hoeft, maar dat je een half uur later neervalt. Maar dat gebeurt niet. De app is gebaseerd op de Nederlandse Triage Standaard. Die hebben we vertaald in een soort Jip- en Janneketaal, zodat de app voor iedereen is te volgen.”

Het gebruik van Moetiknaardedokter is nog bescheiden. Dagelijks wordt de app 250 tot 300 keer geraadpleegd. Dat staat niet in verhouding tot bijna 33.000 doktersbezoeken per dag. Toch denkt Van Doornik dat het gebruik zal toenemen omdat huisartsen hun patiënten er vaker op gaan wijzen. “Huisartsen krijgen er alleen maar taken bij, de behoefte aan ondersteuning neemt toe. Een aantal zorgverzekeraars heeft financiering beschikbaar gesteld om de app verder te ontwikkelen. Zij zien het als een instrument waarmee de druk op de eerstelijnszorg kan worden verminderd.”

Stimulering van zelfzorg

Dit past in de ontwikkeling waarbij technologie de zelfzorg zal stimuleren, denkt Van Doornik. “Nu zijn mensen nog gewend om naar de dokter te gaan zodra ze een vraag hebben over hun gezondheid. Maar op termijn wordt het gewoner om zelf te diagnosticeren. Bijvoorbeeld door je eigen bloedwaarden te meten en in te voeren in een systeem, waarna de data automatisch met referentiewaarden worden vergeleken. Zijn er afwijkingen, dan krijg je een signaal. Dankzij het toenemend aantal gezondheidsapps weten zij ook steeds beter hoe om te gaan met hun eigen gezondheid. Het moment waarop mensen met behulp van technologie hun zelfzorg organiseren, is dichterbij dan we denken.”