Rokers stoppen steeds vaker met hulp van medicijnen
7 februari 2020
door Anne-Marie Huikeshoven
Nederlandse huisartsen adviseren in toenemende mate geneesmiddelen voor het stoppen met roken. Het aantal rokers dat een recept of een advies krijgt voor een nicotinevervangend middel – bijvoorbeeld kauwgom of pleister- is tussen 2012 en 2017 verdubbeld. Dit blijkt uit onderzoek van Nivel, uitgevoerd op verzoek van medicijnautoriteit College ter Beoordeling van Geneesmiddelen.
Zelfzorg eerste keus medicatie
Huisartsen kunnen bij het voorschrijven van medicatie aan patiënten die willen stoppen met roken kiezen uit verschillende middelen. Het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) adviseert als eerste keus nicotinevervangende middelen, bijvoorbeeld in de vorm van kauwgom en pleisters. Als tweede keus komen nortriptyline, bupropion of varenicline in aanmerking. De prijs speelt een rol in deze advisering. Met een zelfzorgadvies is de patiënt immers vaak goedkoper uit dan wanneer deze een duurder receptgeneesmiddel met daarbij nog afleverkosten van de apotheek moet afrekenen.
Zelfzorgadvies verdubbeld
Het aantal Nederlanders dat een serieuze stoppoging doet is toegenomen van 32,1% van de rokers in 2015 naar 35,7% van de rokers in 2017 [CBS, RIVM en Trimbos-Instituut, 2018]. Het aantal patiënten dat een nicotinevervangend middel krijgt voorgeschreven is de afgelopen vijf jaar verdubbeld. Ook de tweede keus middelen zijn in die periode 35% meer voorgeschreven.
De tabel laat zien hoe vaak huisartsen een nicotinevervangend middel voorschreven of het advies gaven om een nicotinevervangend middel te gebruiken. In de periode 2012 tot en met 2017 is dit aantal verdubbeld van één per 1000 volwassenen in 2012 naar twee per 1000 volwassenen in 2017. Omdat huisartsen mogelijk niet altijd registreren wanneer zij een advies/voorschrift afgeven voor een nicotinevervangend middel, is het in de tabel gegeven aantal het minimum aantal adviezen/voorschriften voor nicotinevervangende middelen.
Tabel
Jaar | Totaal aantal patiënten met een nicotinevervangend
middel of een advies hiervoor |
N per 1.000
|
2012 | 657 | 1,00 |
2013 | 1839 | 1,96 |
2014 | 1840 | 1,63 |
2015 | 1610 | 1,54 |
2016 | 1678 | 1,67 |
2017 | 2512 | 2,10 |
Aantal volwassenen per jaar met tenminste een voorschrift voor een nicotinevervangend middel of een advies voor een nicotinevervangend middel.
Het gebruik van geneesmiddelen ter ondersteuning van stoppen met roken is toegenomen tussen 2012 en 2017. Dit onderzoek liet het gebruik van zelfzorggeneesmiddelen die die zonder recept zijn verkregen, en waarvoor geen geregistreerd advies is gegeven buiten beschouwing. Het werkelijke gebruik van deze geneesmiddelen bij het stoppen met roken ligt dus nog hoger.
09-09-2024
Het consumentenprogramma Radar publiceert artikel over prijsverschillen[...]
22-07-2024
Nieuw onderzoek toont aan dat neussprays een waardevolle rol kunnen spelen[...]