FTO Lagerugpijn
Lagerugpijn kan verschillende oorzaken hebben, waaronder aspecifieke lagerugpijn en lagerugpijn met uitstraling door een hernia. In 2017 waren er bij de huisarts in Nederland zo’n 540.000 mensen bekend met de diagnose lagerugpijn zonder uitstraling en zo’n 494.000 mensen met lagerugpijn met uitstraling. De behandeling van lagerugpijn in de eerste lijn vindt voornamelijk plaats door de huisarts en fysiotherapeut.
Er zijn verschillende zelfzorgmiddelen voor lagerugpijn beschikbaar. Om hierover goed te kunnen adviseren, is het van van belang dat de huisarts en apotheker zicht hebben op de beschikbare middelen en de toegevoegde waarde daarvan. In het FTO kunnen huisartsen en apothekers gezamenlijk afspraken maken over het bevorderen van de zelfredzaamheid van de patiënt en de inzet van zelfzorgmiddelen bij lagerugpijn.
In dit FTO komen de volgende onderwerpen aan bod:
- inzicht in het aanbod van zelfzorgmiddelen voor patiënten met lagerugpijn
- het niet-medicamenteuze en medicamenteuze zelfzorgbeleid bij lagerugpijn
- hoe zelfzorg de zelfredzaamheid van patiënten met lagerugpijn kan bevorderen
- afspraken maken over zelfzorg en voorlichting bij lagerugpijn
Dit onderwerp agenderen voor uw volgende FTO?
Voor vragen of meer informatie over deze module kunt u contact opnemen met Neprofarm.